Mobilisatie voorjaar 1939 2e van rechts Berend Jan Tempelman
Inleiding tot de oorlogsverhalen
Op 8 april van dit jaar is het 80 jaar geleden dat Markelo werd bevrijd. Voor de Stichting Herdenken en Vieren Vrijheid reden om aan 80 jaar vrijheid extra aandacht te schenken. Er wordt gewerkt aan een programma ’80 jaar vrijheid’ dat gepland is op zaterdag 3 mei in Sporthal Markelo. In de aanloop tot de 3e mei zullen op Maarkelsnieuws oorlogsverhalen/gebeurtenissen verschijnen, die in het teken staan van 80 jaar vrijheid.
Wat eraan vooraf ging
Verschillende oorzaken liggen ten grondslag aan het ontstaan van de Tweede Wereldoorlog. Het verlies van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) bracht Duitsland veel ellende. Er heersten grote armoede en werkloosheid, en basisbehoeften zoals voedsel werden onbetaalbaar. In deze omstandigheden bloeiden extremisme en haat op. De Oostenrijkse militair en latere nazi-politicus Adolf Hitler maakte handig gebruik van de situatie. Hij speelde in op de onvrede in Duitsland en beweerde dat de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog, met name Groot-Brittannië en Frankrijk, de Duitse eer hadden aangetast. Volgens Hitler hadden de geallieerden, in samenwerking met de Joden, tegen Duitsland samengespannen en het land “een dolk in de rug gestoken.” Hij eiste dat Duitsland hem trouw zou zweren.
Hitlers politieke partij, de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP), ook wel de nazipartij genoemd, was extreemrechts en gaf de Joden de schuld van Duitslands problemen. Door een combinatie van intimidatie, propaganda en vaak valse beloftes werd Hitler op 30 januari 1933 benoemd tot Rijkskanselier van Duitsland. Op 1 september 1939 viel hij Polen binnen om land en grondstoffen te veroveren, waarna Engeland en Frankrijk op 3 september de oorlog verklaarden aan Duitsland.
Nederland was nauwelijks voorbereid op een oorlog. Men hoopte, tegen beter weten in, neutraal te blijven zoals tijdens de Eerste Wereldoorlog. In de jaren dertig werden wel grote militaire oefeningen gehouden, waarbij zelfs Prins Bernhard een bezoek bracht aan de Friezenberg. Op 28 augustus 1939 begon de algemene mobilisatie van het Nederlandse leger, dat zich voorbereidde op een mogelijke aanval. Drie verdedigingslinies werden opgezet: de IJssellinie, de Grebbelinie en de Waterlinie. Het gebied waarin Markelo ligt, tussen de grens en de IJssel, werd bij voorbaat opgeofferd.
Station Enschede. de eersten op 9 juni 1940
Op de vroege ochtend van 10 mei 1940 werd de Markelose bevolking gewekt door het geluid van bommenwerpers die in formatie naar het westen vlogen. Via de radio werd bevestigd dat de Duitsers de Nederlandse grens waren overgestoken. Dit bracht angst met zich mee, vooral voor gezinnen waarvan zonen gemobiliseerd waren om het vaderland te verdedigen. Meer dan 60 inwoners van Markelo waren gemobiliseerd, een aanzienlijke impact op een dorp met slechts 5.461 inwoners. De gemobiliseerden vochten voornamelijk langs de IJssellinie en bij de verdedigingswerken rond de Grebbeberg.
Veel Markelose mannen moesten hun gezinnen verlaten om gehoor te geven aan de mobilisatieoproep. Ook Harm Wissink (Koondrink) kreeg een oproep en werd gelegerd in Rhienderen (nabij Brummen) om de IJsselbrug bij Zutphen te bewaken. In een brief geeft hij een indruk van zijn dagelijkse bezigheden.
Twee militairen uit Markelo sneuvelden tijdens de gevechten: Jan van Zon, begraven in Holten, en Hendrikus Olijdam, voor wie een monument is geplaatst op de begraafplaats in Markelo.
Op 14 mei werd Rotterdam zwaar gebombardeerd. Binnen 15 minuten werd het hele stadscentrum van de aardbodem weggevaagd. Onder dreiging dat andere steden een vergelijkbaar lot zouden treffen, en omdat de Grebbelinie was gevallen, gaf het Nederlandse leger zich over. Op 15 mei werd de capitulatie getekend.
De militairen moesten hun wapens inleveren. Sommigen konden terugkeren naar huis, terwijl anderen naar krijgsgevangenkampen werden afgevoerd. Na zes weken keerden zij, uitgeput en ondervoed, terug naar Markelo.