Ik moet met een warrige blik hebben gekeken, toen ik vroeg; Hvad mener du?/Wat bedoel je?’ Het gesprek ging hiervoor best heel goed, hij had zelfs zojuist nog gezegd dat ik best goed Deens sprak, maar nu zei hij iets, waarvan ik geen woord verstond. De beste man schoot in de lach, en verontschuldigde zich. Hij was overgegaan in het Sønderjysk, het dialect dat ze hier spreken. En dat versta ik op een enkel woord na niet!
‘Spreken jullie thuis nog wel Nederlands?’ Dat is een vraag die we met regelmaat krijgen. Ja, natuurlijk, we spreken alleen maar Nederlands als we samen zijn, dat verleren we echt nooit meer! Het is alleen onze jongste die regelmatig Nederlandse en Deense woorden door elkaar gooit. Of wanneer ze iets verteld, ze het denkt op het Nederlands te doen, maar de gehele zinsopbouw letterlijk vanuit het Deens vertaald is. De logica in een zin is er niet meer, maar ondanks dat nog prima te begrijpen. Want dat is het grote voordeel, de grammatica heeft nagenoeg dezelfde opbouw als het Nederlands. Wat betreft mijn verdere mening over het Deens, nou eerlijk af en toe kan ik het wel vervloeken. Met lezen heb ik geen enkele moeite, maar zodra men gaat praten. Vergelijk het met Twentenaren! De helft van de woorden slikken ze weg, en mompelen ze daar ook nog een beetje bij dan kan er net zo goed Russisch gesproken worden, niet meer te verstaan!
Doorgaans redden wij ons in ons netwerk wel aardig, waar een wil is, is een weg! Zo was ons destijds verteld dat een Deen nooit of te nimmer zomaar bij je aanklopt. Ze zijn allemaal heel vriendelijk tot een bepaalde hoogte, vrienden met ze worden dat zou heel lastig zijn. Inmiddels kunnen wij uit ervaring zeggen dat dit voor een gedeelte wel klopt. Een Deen heeft inderdaad een bepaalde afstand, en ze zijn erg familiair en traditie getrouw, wat wij merken in onze omgeving. Maar dat ze nooit zomaar bij je aankloppen voor een praatje, een kopje koffie of voor wat dan ook, dat is niet waar! Afgelopen week had ik nog bezoek, en dat kwam vanuit haar initiatief, ze was geinspireerd door mijn werkwijze en styling op mijn verhuurlocatie en zo mocht ik haar rondleiden op mijn erf. Ook met de buren en enkele andere Denen hebben we zeer regelmatig contact en zijn er bezoekjes over en weer.
De volgende vraag die we met zeer grote regelmaat krijgen, ‘zijn jullie blij om in Denemarken te wonen?’ Daar kunnen we volmondig JA op antwoorden. Laten we voorop stellen, het is nergens perfect, en je zult er zelf hard, keihard zelfs, aan moeten werken om er iets van te maken. Dat doen we nog steeds, maar het land heeft voor ons zoveel nieuwe mogelijkheden, kansen en ruimte gegeven. En juist die ontwikkeling, groei en zelfs de rust is voor ons een geweldige ervaring. Feit is dat wij dit in Nederland nooit hadden kunnen bereiken. Vooral dat laatste, de rust kan ik hier zo waarderen. En dan niet de rust in de zin van het slapen, maar de rust in de zin van de ruimte, de stilte. De rust in de mensen, ze zijn niet zo opgejaagd. In het verkeer is het een stuk gemoedelijker. In de rij voor de kassa is het relaxt, er is zelfs amper van een rij te spreken. En de mensen zijn over het algemeen beleefd. Een middelvinger heb ik hier nog niet gezien. Zijn we dan een keer in Nederland, dan kan ik vertellen dat je er, of wel een van een fietser, hetzij van een automobilist een te zien krijgt!
‘Maar mis je Nederland dan niet?’ Is de laatste standaard, veelgestelde vraag. Eerlijk, ik moet hier soms even over nadenken. Of ik Nederland in het algemeen mis, Nee! Nederland is ons echt te druk. Ik vergelijk het weleens met een wespennest, het krioelt overal, overal zijn er mensen, overal is er verkeer, het is er nooit echt stil of aarde-donker bijvoorbeeld. Maar wat we vreslijk kunnen missen, jullie gezelligheid. De nuchtere Maarkelse gezelligheid. Afgelopen week waren we nog even in Markelo, en Markelo is nog altijd een thuiskomen!
Familie, vrienden en kennissen die er nog altijd wonen. De Markeloseberg met het uitzicht over het dorp, ik liep er, om even weer dat moment te voelen, terug naar mijn roots. Een klein momentje waarin ik zelf iets van heimwee naar toen kan voelen, toen alles wat we deden zo vanzelfsprekend was. Dat wanneer je bij de Welkoop, Plus of Prins of waar dan ook in het dorp, liep, je wel een praatje met deze of gene maakte. Toen een familiebezoek soms als een verplichting voelde, maar waar we nu juist zo van genieten, omdat we het bewust doen. Als je op dat feestje staat en je oude buurt- klas, of dorpsgenoten spreekt en je weer dorpsroddels hoort. En wanneer je een korte wandeling maakt en een plaatselijke loonwerker met de kraan voorbij komt, op de rem trapt en even stopt voor een praatje, en even slap ouwehoert. Dat zijn dan zo op het oog kleine dingen, maar voor ons van grote betekenis, omdat we ze misschien toch meer missen dan we dachten. Maar op het moment dat we bij Pebersmark weer de grens over zijn, terug in Denemarken, dan zijn we weer thuis waar we Nederlands sprekend de Deense cultuur omarmen.
Mooie dag!
Debby