Toen het bericht verscheen dat Rinus Meulman de pen overdroeg aan Jan van der Schoot zal een groot aantal mensen gedacht hebben, van wie is dat nu weer. Daarom wil ik me graag voorstellen en vertellen hoe ik vanuit Brabant in Markelo terecht kwam en waarom Markelo niet meer van me afgekomen is.
Ik ben opgegroeid in Brabant, op een boerderij in het buitengebied van Oirschot, met vier broers en een zus. Zoals dat indertijd betaamde in een goed katholiek gezin, was er altijd iemand voorbestemd om priester, pater o.i.d. te worden. Omdat ik enigszins kon leren en er wel wat voor voelde om het avontuur aan te gaan in een ontwikkelingsland en de inheemse bevolking het geloof bij te brengen, leek missiepater me wel wat en ging ik na de lagere school naar de Mavo. Dat was een gemengde school en al snel kreeg ik van een meisje dat in de klas achter me zat, een briefje toegestopt of ik verkering met haar wilde. Ik wist niet precies wat dat kostte of wat het allemaal betekende, maar ik vond het wel goed. Het had niet veel om het lijf, maar ik realiseerde me dat pater worden, voor mij een hele opoffering was. Het celibaat was niet voor mij weggelegd.
Daarbij kwam nog het volgende. Indertijd verliep in Oirschot net zoals in Markelo een ruilverkaveling. Ik zag hoe in het buitengebied de afwatering, de ontsluiting en verkaveling verbeterde en wat dit betekende voor de bedrijfsvoering op de boerderij. De ruilverkavelingen werden uitgevoerd door de Cultuurtechnische Dienst, later Landinrichtingsdienst. Daar wilde ik voor werken en koos ervoor om naar de Bosbouw en Cultuurtechnische School te gaan in Velp. Ik heb toen nog wel getwijfeld om iets te doen in de richting van beroepsbrandweer, maar zo’n ladder beklimmen, die hoger kwam dan een hooizolder leek me toen niks.
Na de opleiding op de BCS afgerond te hebben, ging ik direct solliciteren en op 1 augustus 1976 kon ik al bij het waterschap De Schipbeek aan de Goorseweg 5 aan het werk. Het eerste jaar zat ik in de kost, zo heette dat indertijd, bij mevrouw Lonink aan de Prinses Irenestraat en daarna heb ik drie jaar in de kost gezeten bij mevrouw Roosenburg, in een zomerhuisje dat deel uitmaakte van hotel de Markelose Berg. In deze tijd leerde ik mijn huidige Markelose vrienden kennen en kwam ik bij SC Markelo terecht. Een bijzondere mooie tijd waarin ik verkering kreeg met Annemie Dollekamp. We trouwden en kregen twee kinderen Ines en Twan en inmiddels zijn we ook opa en oma van kleinkind Tim, zoon van Ines en Bart.
Als Brabander vierde ik in m’n jonge jaren, intensief carnaval. Er wordt me vaak gevraagd of ik nog altijd carnaval vier, maar ik moet zeggen dat m’n religieuze inslag enigszins op de achtergrond is geraakt en dat ik het begin van het vasten niet meer vier. Daar is het Maarkels feest voor in de plaats gekomen.
Vanaf 2011 heb ik ook een rol mogen spelen bij dit feest, tot 2018 als lid van de tentcommissie en vanaf 2019 als veiligheidscoördinator, waarmee ik vorig jaar gestopt ben en daarom afgelopen zondag nog even op het podium mocht staan tijdens het Frühshoppen.
Ik heb aardig wat praktijkervaring opgedaan tijdens het feest zelf en ik mag wel stellen dat het ook dit jaar weer machtig mooi is verlopen. Er is wel enige ophef geweest over de overgang van de bekende dorpsfeestmunten naar de nieuwe breekmunten. Ik krijg daar aardig wat van mee omdat Annemie nu in de tentcommissie zit en betrokken is bij de muntverkoop. Dit keer niet de muntprijs, maar de geldigheid van de breekmunten voor een jaar, het maximale bedrag waarvoor je munten kunt inleveren en het terug leveren van de munten, gaf reuring. Het bestuur van het Dorpsfeest was zo flexibel om deze problemen op te lossen door het maximaal bedrag te verhogen en een ieder een extra mogelijkheid te geven om afgelopen woensdag de breekmunten alsnog in te leveren. Mooi ’edoan. De mogelijkheid was er ook om de munten te doneren in de ton bij Fotostudio Markelo t.b.v. het Ondersteuningsfonds en dan komt het geld goed terecht bij de Markelose gemeenschap.
In de optocht hadden de Keals ook aandacht besteed aan de teloorgang van de dorpsfeestmunt, door, naar verluid duizenden papieren stickermunten, uit te delen om ze overal op te plakken. Leuk idee, behalve als je al die kleine stickertjes moet opruimen op de maandag en de dagen erna. Misschien willen de Keals volgend jaar op maandag ook helpen met het opruimen van de tent. Het is nog niet gelukt om alle stickers overal te verwijderen.
Overigens met de Moat’n een terechte winnaar van de optocht. Ik had te doen met de jongens hangend en zwierend aan de totempaal. Menigeen zou dat niet lang volgehouden hebben, zeker niet tijdens de Dorpsfeestdagen.
Opnieuw een machtig mooi feest dat in een poep en scheet voorbij ging.
Een gezellige zondag en sterkte tot het volgend Markelose feest,
Jan vds