Onlangs overleden er 3 mensen binnen een week in mijn kennissen- en burenkring. Dit bracht mij, mede door een gesprek daarover, terug naar mijn eerste ervaring met het overlijden van een dierbaar familielid, mijn overgrootmoeder – “oonze Opoetje”. Zij was 89 jaar toen ze “oet de tied” ging en ik 3,5 jaar. Het klinkt misschien gek, maar ik kan me dat allemaal nog herinneren. Opoetje was een klein maar pittig vrouwtje in jak en rok en een knipmuts. Ik ging met haar naar de kippen en keek ook af en toe met haar tv. Ze zat meestal in de leunstoel bij de kachel . Opoetje was heel lief maar kon ook wel eens uit de slof schieten. Zo was zij eens boos op mijn broers, haalde spontaan uit met de paraplu waarmee zij 2 bollen van de mooie hanglamp kapot sloeg. Jaren later hing de lamp er nog met 3 verschillende soorten bollen als onuitwisbare herinnering aan Opoetje.
Toen zij overleed werd ik eigenlijk meteen het huis uitgebonjourd naar mijn Oma Pothook, waarschijnlijk omdat al die begrafenis drukte te heftig was voor een kleine ukkepuk. Het was denk ik ook nog wel iets van die tijd om een kind ver te houden van overlijden. Mijn vader vond dat bij nader inzien een wat minder goed plan en haalde mij op om te laten zien dat Opoetje niet meer in het land der levenden was, zodat het geen al te grote schok was voor mij als ik terugkwam. Ik weet nog dat ik bij mijn vader op de arm zat en omlaag keek in de kist. De kist stond voor het raam in de “Grote kökn”, de zon scheen over haar gezicht. Ze was wat wit maar verder toch echt Opoetje voor mij. Vader vertelde dat ze niet meer wakker werd. We hebben er even over gebabbeld en toen was het goed. Het had niks engs voor mij. Ik was wel even verdrietig maar was natuurlijk ook kind en vond het fijn om even thuis te zijn maar ik vond het ook zeker leuk om nog weer naar Oma Pothook te gaan logeren tot Opoetje begraven was. De dag van de begrafenis stond ik langs te weg om de laatste keer naar Opoetje te zwaaien, toen de begrafenis stoet langskwam. Ik had door mijn vader al vroeg een wijze les geleerd namelijk dat dood bij het leven hoort.
Na Opoetje zijn er natuurlijk meer mensen in mijn omgeving overleden, sommige veel te jong en anderen wat ouder tot best wel oud. Met elk overlijden is er verdriet maar toch ook wel ruimte voor humor. Een lach en een traan. Mooie anekdotes worden uit de doos met herinneringen gehaald. Dat is waardevol om alles een plek te geven. Wel “oet de tied” maar niet uit het hart. Zolang er over je gesproken wordt, zegt men, ben je nog niet vergeten. Dus Opoetje, je bent er nog, er wordt nog steeds over je gesproken en zelfs geschreven.
Wat een graf-verhaal denkt u nu misschien en dat op zondag, welnu niet voor mij want ik heb het met een lach op mijn gezicht geschreven en ik ga vandaag weer mooie herinneringen verzamelen. Ik wens u allen een mooie zondag toe, gevuld met mooie belevenissen die herinneringen kunnen worden.
Allen een fijne zondag en hartelijke groet,
Marianne