Een bewoonster van een recreatiewoning op Buitencentrum Hessenheem moet de recreatiewoning verlaten. Op 30 augustus 2022 is haar te kennen gegeven onder oplegging van een dwangsom de permanente bewoning te beëindigen. Tot op heden is echter nog steeds sprake van permanente bewoning van de desbetreffende recreatiewoning. De bewoonster heeft uitstel gekregen tot 30 november 2023. De bewoonster was het niet eens met deze verlengde termijn en heeft dan ook bezwaar gemaakt. Als reden voor het bezwaar gaf de bewoonster aan dat het door haar financiële situatie en krapte op de sociale huurwoningmarkt het niet gelukt is een huurwoning te vinden. Eind september heeft een hoorzitting plaatsgevonden van de commissie bezwaarschriften. De commissie heeft het college geadviseerd het bezwaar ongegrond te verklaren en de termijn te handhaven. Temeer het college tijdens de hoorzitting heeft toegezegd dat een nieuwe verlenging elke keer zal overwogen als daartoe een noodzaak bestaat.
Permanente bewoning van een recreatiewoning in Hof van Twente is niet toegestaan. De gemeente kan in geval van een calamiteit een tijdelijke gedoogbeschikking afgegeven voor een periode van maximaal 6 maanden. In dit geval is er dus al sprake van een langere periode. Ook heeft het college toegezegd er aan het eind van de lopende termijn door bewoonster een verzoek van verlening van de termijn kan worden ingediend als het bewoonster niet is gelukt om tijdig een andere woning te vinden. De bewoonster zal wel moeten kunnen aantonen dat er daadwerkelijk voldoende pogingen zijn ondernomen om een andere woning te krijgen, die buiten haar toedoen niet tot het gewenste resultaat hebben gelijk. De bewoonster is op deze mogelijkheid gewezen.
De commissie bezwaarschriften is van mening dat de door de gemeente gehanteerde termijn niet onredelijk is. Door het stellen van een langere termijn wordt volgens de commissie de prikkel om andere permanente woonruimte te zoeken minder en het risico op het ontstaan van een verkapte gedoogsituatie groter.