Het provinciebestuur blijft bij haar standpunt dat ze voor de Provincie Overijssel geen rol zien rondom de verplaatsing van de veevoederfabriek van ABZ Diervoeding uit de dorpskern van Markelo. Dat blijkt uit een reactie van Gedeputeerde Staten op brieven van de Dorpsraad Markelo en Gemeente Hof van Twente. Commissaris van de Koning Andries Heidema geeft in de brief aan begrip te hebben voor de situatie in Markelo, maar kaatst hiervoor de bal terug naar de gemeente. Wel heeft Heidema zowel de Dorpsraad Markelo alsook gemeente Hof van Twente aangeboden om met beide partijen in gesprek te gaan over de situatie rondom de veevoederfabriek midden in de dorpskern van Markelo.
Namens de dorpsraad gaf voorzitter Hans ten Zende vorig maand al aan dat de provincie de Markelose samenleving in de kou laat staan en een onhoudbare situatie mede in stand laat. Volgens Ten Zende is het beschamend dat de provincie geen verdere actie wil ondernemen op basis van het advies van de Herstructureringsmaatschappij Overijssel. De Dorpsraad Markelo kreeg hierin bijval van wethouder Wim Meulenkamp die de urgentie namens de gemeente ook bij het provinciebestuur kenbaar maakte. Het provinciebestuur blijft echter bij haar standpunt geen rol te zien voor de provincie rondom de veevoederfabriek in Markelo.
De gemeentelijke politiek dringt al enige tijd aan op het verplaatsen van de fabriek uit de dorpskern. De fabriek midden in de dorpskern is volgens raadsleden een risico voor de inwoners van Markelo. De Dorpsraad Markelo vreest dat overheidsinstanties pas in actie komen nadat er een calamiteit heeft plaatsgevonden. Eerder werd bekend dat de fabriek niet voldeed aan de regels rondom de opslag van mierenzuur op het terrein.