De omgeving van de veevoederfabriek van ABZ Diervoeding in Markelo is mogelijk blootgesteld aan de gevaarlijke stof mierenzuur. Dat blijkt uit een voorstel van de gemeente Hof van Twente om handhavend op te treden tegen de veevoederfabriek. Mierenzuur is een gevaarlijke stof, omdat het in contact met de huid brandwonden kan veroorzaken en ook bij inademen schadelijk kan zijn. Grenzend aan De Kaasfabriek Markelo staat een bovengrondse opslagtank van 30 ton mierenzuur. Deze opslag voldoet niet aan de eisen zoals vermeld in de aan de fabriek verleende vergunning in 2010. Uit inspectie door de omgevingsdienst bleken installatielogboeken en KIWA-certificaten niet op orde. Op 20 juli 2021 heeft de gemeente ABZ Diervoeding verzocht in een last onder dwangsom, de situatie uiterlijk 1 december 2021 te beëindigen. De veevoederfabriek ging hiertegen in bezwaar, maar de commissie voor bezwaarschriften heeft het college geadviseerd dit bezwaar ongegrond te verklaren en de last onder dwangsom in stand te laten. Het college volgt dit advies op, omdat volgens het college een veilige situatie voor de omgeving niet gewaarborgd kan worden bij het in stand houden van de opslag voor mierenzuur op de huidige plek.
Met het inpandig realiseren van een opslag van mierenzuur in de fabriek kan de veiligheid mogelijk wel worden gewaarborgd. Ook zou voor het verplaatsen naar zo’n plek het bestemmingsplan niet gewijzigd hoeven te worden. Met de verplaatsing is een investering van 200.000 euro gemoeid. Voor het inpandig plaatsen van een opslagtank voor mierenzuur moet bovendien een vergunning voor het milieu-neutraal wijzigen van de inrichting aangevraagd worden. Vooralsnog heeft de veevoederfabriek de keuze gemaakt de mierenzuuropslag te legen en daarmee de onveilige situatie te beëindigen.
ABZ is overigens al langer op de hoogte van het feit dat de opslag niet voldoet. Op 25 maart van dit jaar heeft het college van burgemeester en wethouders de veevoederproducent al laten weten handhavend te gaan optreden. De onveilige situatie was al vele jaren het geval, volgens de commissie voor bezwaarschriften kan het college van burgemeester en wethouders zichzelf aanrekenen, dat men niet eerder handhavend heeft optreden.